Opgelet: vanaf 1 januari 2022: enkel voor rekening van het Waals Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap
In het kader van de standaardisatie en de modernisering van de gegevensuitwisselingen tussen de Europese landen voert de Europese Commissie een elektronisch gegevensuitwisselingssysteem in voor alle takken van de sociale zekerheid: EESSI (Electronic Exchange of Social Security Information).
Op 1 mei 2010 werd de wettelijke basis van dat project vastgelegd in de volgende geconsolideerde Europese verordeningen:
Alle socialezekerheidsinstellingen van alle lidstaten moeten zich aanpassen om het project in hun land in te voeren.
Het Belgische gedeelte van het project wordt BelEESSI genoemd.
De oorspronkelijke termijn om dat netwerk in te voeren was vastgelegd op 1 mei 2012. Er was dus een overgangsperiode van twee jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe Europese verordeningen. Uiteindelijk bleek die termijn niet haalbaar. Van de eerste versie van het project werd afgestapt en er volgde een nieuw project met een betere kans op slagen.
EESSI is een messagingsysteem dat de uitwisseling van papieren formulieren tussen instellingen vervangt door de uitwisseling van elektronische formulieren, SED’s (Structured Electronic Documents). Voor de kinderbijslagsector bestaan er 15 SED’s in vier verschillende scenario’s die BUC’s (business use cases) genoemd worden.
De SED’s en BUC’s werden gelezen, gewijzigd en goedgekeurd door de verschillende lidstaten en het EESSI-systeem gaat naar een overgangsfase waarin de eerste elektronische uitwisselingen getest zullen worden tussen de landen die zich hiervoor vrijwillig hebben opgegeven.
In juni 2017 heeft de Europese Commissie verklaard dat het EESSI-systeem aangepast was aan het geplande gebruik overeenkomstig de beslissing van de Administratieve Commissie. De lidstaten hebben bijgevolg een termijn gehad van twee jaar om EESSI op nationaal vlak daadwerkelijk uit te voeren. De ingebruiknemingsdatum van EESSI werd vastgelegd op 2 juli 2019. Omdat dit nieuwe systeem echter een hele massa werk met zich mee heeft gebracht, zijn niet alle socialezekerheidssectoren van de lidstaten erin geslaagd om binnen de termijn klaar te zijn. Daarom werd de overgangsperiode verlengd. Uitwisselingen vonden plaats en de meeste lidstaten doen geleidelijk mee met het systeem.
De gegevens die een lidstaat verstuurt gaan van het Europese niveau naar België via één enkel toegangspunt (Access Point), de KSZ.
De Belgische instellingen hebben drie mogelijkheden om zich met het Access Point te verbinden:
Belangrijk: de instellingen hebben niet alleen de BUC’s en de SED’s van hun eigen sector ontwikkeld, ze hebben ook de horizontale BUC’s en SED’s geanalyseerd die alle sectoren onder elkaar gebruiken.
Naast al die Europese ontwikkelingen en om het project stelselmatig voort te zetten werden workshops (Reflection Forums) georganiseerd waarop de vertegenwoordigers van de lidstaten samenkomen. Tijdens die workshops bestudeerden ze de opties, parameters en knelpunten met een impact op de invoering van het EESSI-systeem. Daarbij streefden ze naar een globale strategie op lange termijn die, mits correcte begeleiding en uitvoering, ervoor zorgt dat het EESSI-systeem in alle lidstaten op tijd ingevoerd wordt en in werking treedt.
Op Belgisch vlak werd het BelEESI-project op touw gezet met mensen van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid (FOD Sociale Zekerheid) en de KSZ om de instellingen te helpen het EESSI-project intern in te voeren. Verschillende vergaderingen vonden plaats tussen de BelEESSI-groep en het Interregionaal orgaan (en ervoor het Federaal agentschap voor de kinderbijslag) om de aan te nemen strategie in de kinderbijslagsector vast te stellen.
Op het niveau van de kinderbijslag is België op 6 december 2021 in productie gegaan.